top of page

Utrechtse talenten inspireren elkaar op speciale dag - deel 2

Door: Pim van Esschoten





Foto: Ankie Hogewind

Een goede weekplanning is noodzakelijk om het talent niet in de verdrukking te laten komen tussen school, trainingsuren en (buitenlandse) toernooien, zo bleek op de eerste Talentendag in het Utrecht Talent Center. Zo’n planning moet voorkomen dat het talent bezwijkt aan stress. Pim van Esschoten sprak met coaches, ouders en natuurlijk ook met de talenten.


Uit de ervaringen van de ouders – in hun zo cruciale rol bij de ontwikkeling van een sporttalent – mag de conclusie worden getrokken dat middelbare scholen over het algemeen oog hebben voor de bijzondere positie van leerlingen die dagelijks vele extra trainingsuren maken. Ze werken goed mee, ook als het niet om de speciale LOOT-scholen gaat, mits ouders elk schooljaar weer met het nieuwe lesrooster in de hand in gesprek gaan met de school over hoe de trainingen daarin passen. Hoe en waar dat lesrooster dus kan worden aangepast voor die dagelijkse trainingsarbeid, maar ook wekenlange stages of toernooien in het buitenland. Dat gesprek op school kan het beste gevoerd worden met een mentor of conrector, niet met verschillende leraren. En het zou goed zijn de sportcoach van het jonge talent te laten aanschuiven.


Ook raadzaam: maak een weekplanning waarin alles past. Niet op dat kleine schermpje, maar op een flink vel papier dat kan worden opgehangen, adviseert Renske Gerritse, pedagoge en coach voor kinderen en ouders. Pubers zijn immers visueel ingesteld. ‘Als ze maandag het huiswerk niet doen hoewel het op de planning staat, zijn er later in de week consequenties.’ Het is daarbij niet erg als dat eens misloopt, zegt ze: ‘Kinderen móeten hun neus stoten. Het hoort bij leren, bij hun ontwikkeling.’


Wordt de rand van de emmer vanwege hun drukke programma bereikt, moet er uiteraard worden ingegrepen in de planning. ‘Maar kom nooit aan de rust,’ betoogt broer Willem Wouter Gerritse, voormalige waterpolocoryfee. Voldoende rust is immers een voorwaarde om op school en in de sport te kunnen presteren. ‘Bovendien wordt juist met rust fysieke vooruitgang geboekt, niet in de training.’


Veel thema’s

Natuurlijk ging het op de eerste Talentendag in het Utrecht Talent Center over voeding (wat wel, wat niet – hoe past het moment van eten in het gezinsleven), over verwachtingen en teleurstellingen en over de stress die pubers kunnen ervaren. Stress als die planning niet wordt gehaald, bijvoorbeeld, terwijl die planning nu juist is bedoeld om stress te voorkomen.

Het is zo maar een greep uit de vele thema’s waarmee talenten en hun ouders te maken hebben bij vier of zes trainingen in de week. Onder de Utrechtse beloften zitten er echter genoeg die daar nog niet aan toe zijn en twee keer per week trainen. Volleybalster Ellemijn van ‘t Sant (12) bijvoorbeeld. Ze vond het leuk, vertelt ze als de dag ten einde loopt. Ze heeft ook iets geleerd: ‘Waterpolo is een heel zware sport. Goed voor de kracht in armen en benen. En volleybal in het zand was leuk, dat doen we eigenlijk nooit. En ook nog in de regen.’


Plezier belangrijk

Aan het begin van de dag was er een advies van Willem Wouter Gerritse aan alle deelnemende talenten: ‘Ga op zoek naar iets waarvan je vrolijk wordt met iemand die je nu nog niet kent.’ Willemijn heeft het gevonden. Sterker: ‘Ik heb heel veel lieve meisjes ontmoet. Echt leuk.’ En zo sprak judoka Ricardo de Heus (13) met ‘iemand’ van UZSC over hun sport, waarom hij is begonnen en het leuk vindt en wat zijn favoriete club is.

Ricardo zegt ‘dingen te willen bereiken met sport’, zonder nog een helder doel te hebben. ‘Ik zie wel wat er van komt. Plezier is belangrijk, anders maak je het wel heel moeilijk voor jezelf.’ Als hij iets heeft geleerd op ook zijn eerste Talentendag, is het wat je moet doen en laten voor de sport. Training, discipline, alles op een rij zetten. Toegegeven, dat weet hij vanuit zijn club Top Judo Utrecht eigenlijk al.

Maar loopscholing kende hij nog niet. In het judo wordt natuurlijk veel aan de basis van het bewegen gewerkt en daar horen die malle loopjes uit de atletiek niet bij. Zou het misschien toch nuttig zijn? Ricardo twijfelt niet: ‘Nee jôh.’

bottom of page